Boerinneke Marino
ConfiserieBoerinneke-Marino introduceert ‘Lisa’ van CCE - Eenvoud siert...
Zonder ERP-pakket een voedingsbedrijf runnen, is vandaag quasi onmogelijk geworden. Alleen stuit de introductie van een dergelijke oplossing wel eens op verzet van de gebruikers, gewoonweg omdat ze niet gewoon zijn om met informatica te werken. Maar mits de juiste begeleiding wordt deze barrière snel de wereld uit geholpen. Dat bewees Claerhout Computer Engineering (CCE) nogmaals bij Boerinneke-Marino in Sint-Amands.
‘LISA’ is enorm gebruiksvriendelijk en biedt alle benodigde functionaliteit zonder een overdaad aan toeters en bellen.
Boerinneke-Marino is een typisch voorbeeld van een voedingsbedrijf dat doorheen de jaren compleet van richting veranderde, en dit zowel op het vlak van producten als management. Het begon allemaal met Clement Veyt die zich in 1955 als melkventer lanceerde. Twee jaar later startte hij met een nevenbedrijf dat zich op de productie van verse kaas concentreerde: ’t Boerinneke. Maar daar bleef het niet bij, want met deze firma nam Clement Veyt in 1975 het bestaande chocopastamerk ‘Marino’ over. Niettemin bleef de activiteit van het bedrijf vrij kleinschalig. Dit veranderde echter in 1997, toen schoonzoon Joseph Van Weyenberg de dagelijkse leiding van Boerinneke-Marino overnam. Vanaf dan begon de onderneming zich steeds meer op de productie van chocopasta toe te leggen. Tevens ging het bedrijf de internationale toer op. Toen met Hans Van Weyenberg in 2000 de derde generatie aan het roer van het bedrijf kwam, werd enerzijds beslist om alle zuivelactiviteiten te verkopen om zich nog uitsluitend op de productie van chocopasta toe te leggen. En anderzijds werd een externe Managing Director aangetrokken om het dagelijkse beheer van Boerinneke-Marino in goede banen te leiden. Deze verregaande strategische beslissingen loonden echter, want sindsdien kent het bedrijf een jaarlijkse gemiddelde groei van 6 %, wat vorig jaar in een omzet van 5,1 miljoen euro resulteerde. Vandaag werken er 17 personen, die in 2012 ongeveer 2.000 ton chocopasta produceerden en commercialiseerden. 46 % daarvan werd onder het eigen merk ‘Boerinneke-Marino’ op de markt gebracht; de rest zijn businessto-business labels. Het eigen merk wordt voornamelijk in België verkocht, maar ook in Nederland en Noord-Frankrijk. De andere producten zijn voor grootwarenhuizen en distributeurs wereldwijd (onder meer in de Verenigde Staten, Australië, Japan, Spanje, Oostenrijk, Zweden,...) bestemd. Het assortiment van Boerinneke-Marino telt intussen een kleine tweehonderd referenties. Die zijn voornamelijk in de business-to-business labels terug te vinden, want maar een twintigtal vallen onder het ‘Boerinneke-Marino’ assortiment. Het huismerk is verkrijgbaar in drie smaken (hazelnoot, puur en suikervrij), terwijl er voor de private label gemiddeld zo’n 150 recepturen worden gehanteerd (waaronder ook met stevia, speculoos, peperkoek, amandelen, origine chocolade,...).
Nood aan ERP-pakket
Toen Patrick Denolf in 2006 Managing Director van Boerinneke-Marino werd, legde hij meteen de vinger op een zere wonde van het bedrijf: het ontbreken van een ERP-programma. “Er werd met een verouderd, eenvoudig, niet evolutief systeem en een basis boekhoudpakket gewerkt,” vertelt hij. “Natuurlijk kon er worden gefactureerd, we hadden enkele statistieken en het was mogelijk om magazijnbonnen op te maken. Maar daar bleef het bij. Tevens was er geen sprake van integratie: alle gegevens moesten verschillende keren opnieuw worden ingegeven, wat natuurlijk tijdsintensief was en in fouten resulteerde. Om een bedrijf efficiënt te beheren, zijn echter veel betere informatica-tools vereist. Het is bijvoorbeeld nodig om heel snel de meest uiteenlopende listings ter beschikking te hebben. Want enkel op die manier kan je je business correct en tijdig bijsturen. Denk maar aan een overzicht van de best roterende producten, een listing van de verkopen per klant en per termijn,... Daarnaast is het essentieel om je grondstoffen en verpakkingen gemakkelijk te kunnen aankopen, vooral in onze sector die kampt met erg grote fluctuaties in tarieven van cacao, vetten, chocolade, suiker, karton en plastiek. Ook een koppeling met de facturatie is nodig: om dubbel werk te vermijden, zicht op de afspraken met en/of het betaalgedrag van klanten te hebben,... Tevens is een up-to-date overzicht van de stock essentieel, speelt een ERP-pakket een belangrijke rol in het voldoen aan de wetgeving inzake tracering, is er nood aan een applicatie om snel en gemakkelijk een overzicht van aan/verkoop- en financiële gegevens te krijgen, ...”
CCE wint met haar eenvoud
Het was duidelijk dat Boerinneke-Marino dringend nood aan een ERP-pakket had. Toch liet de investering nog even op zich wachten, aangezien de onderneming de implementatie van een automatische PLC-sturing van het productieproces prioritair stelde. Maar in 2009 kreeg Patrick Denolf dan toch groen licht om een ERP-systeem aan te kopen. Via de vakpers, beurzen en contacten met collega’s inventariseerde hij de beschikbare applicaties op de markt. Vervolgens maakte hij een shortlist van vier leveranciers die een demo gaven. Patrick Denolf: “Daaruit bleek dat twee applicaties op onze behoeften inspeelden, namelijk SAP voor KMO en ‘LISA’ van CCE. Maar bij verdere analyse zagen we in dat de eerste veel te complex in elkaar stak voor een KMO als Boerinneke-Marino. Vooral het feit dat de mensen die het pakket moesten gebruiken, totaal geen computerfanaten zijn, was een barrière om voor SAP te kiezen. ‘LISA’ was daarentegen enorm gebruiksvriendelijk en bood alle benodigde functionaliteit zonder een overdaad aan toeters en bellen. Bovendien hadden we meteen een heel goed contact met CCE en waren we onder de indruk van de vakkennis waarmee deze firma een dergelijk project aanpakt. Vandaar dat we niet lang hebben getwijfeld om met CCE in zee te gaan.”
Van scratch...
Na een grondige analyse van de noden en behoeften van Boerinneke-Marino kon het project worden opgestart. Patrick Denolf: “Omdat de oplossingen die we voordien gebruikten zo verouderd en ‘basic’ waren, besloten we om helemaal van scratch te herbeginnen. Met andere woorden: we hebben alle gegevens over producten, klanten en leveranciers manueel in ‘LISA’ ingevoerd. Dat was een groot werk, maar het zorgde er wel voor dat we alle data verifieerden, waardoor we met een volledige foutloze database aan de slag konden.” Bernard Van Praet, Projectleider van CCE: “Wij hebben in die periode ‘LISA’ geparametriseerd en een klein beetje maatwerk uitgevoerd. Zo maakte Boerinneke-Marino al gebruik van een planningsdocument dat op één A4 het overzicht geeft van leveringen, eigen transport en afhalingen voor de volledige week. Dit document was zo ingeburgerd dat we besloten dit ook in ‘LISA’ te voorzien. Eenmaal alles op punt stond, hebben we een uitgebreide opleiding en begeleiding gedaan. Op 1 januari 2011 hebben we de modules aankoop, verkoop, tracering en boekhouding opgestart. Dit verliep vrij vlekkeloos: de training had zijn vruchten afgeworpen. Natuurlijk is het pas wanneer de klant met het ERP-pakket werkt, dat helemaal duidelijk wordt waar er nog bijsturingen moeten gebeuren. Niettemin blijkt een goede voorbereiding altijd te lonen, want het waren maar kleine details die we hebben moeten aanpassen.”
Nog maar een begin...
Met de administratieve modules van ‘LISA’ is Boerinneke-Marino al een heel stuk beter af dan voordien. Maar Patrick Denolf is overtuigd voorstander van een geïntegreerde informatisering. Vandaar dat hij de volledige applicatie wil toepassen, dus inclusief productie, warehousing en misschien ook wel EDI (voor zover de afnemers dat verplichten). Alleen zijn er nu enkele andere investeringen die prioriteit moeten krijgen. Zo voorziet de chocopastaproducent om in de loop van volgend jaar verschillende machines door nieuwe systemen met een hogere capaciteit te vervangen. “Het is in eerste instantie nodig dat we een verdere groei praktisch kunnen opvangen,” vertelt de Afgevaardigd Bestuurder van BoerinnekeMarino. “Vandaar dat we eerst op een uitbreiding en verbetering van ons machinepark inzetten. Maar in de loop van 2013 willen we toch al samen met CCE nagaan hoe we ‘LISA’ verder zullen implementeren. Want we zullen de volgende fase nog beter moeten voorbereiden, aangezien de meeste mensen in de productie en picking weinig tot geen affiniteit met informatica hebben. Bovendien zal de toepassing van ERP in deze domeinen een invloed op onze manier van werken hebben. Maar met de kennis en ervaring die CCE in fase 1 heeft getoond, zijn we er gerust op dat ook het vervolg van de implementatie probleemloos zal worden gerealiseerd. In elk geval zijn we al heel tevreden met wat we nu hebben, want dankzij ‘LISA’ is onze administratieve workload met zo’n 25 % afgenomen. Tevens worden er minder fouten gemaakt, hebben we dankzij de listings een betere kijk op onze business en is de tracering veel sneller en doeltreffender. ‘LISA’ en CCE hebben dus zeker onze verwachtingen ingelost...”
Foto's Marc Masschelein